|
|
|
De erste Heiligen der Laatste Dagen beschouwden de vergadering van Israel
in banningschap als een van de belangrijkste redenen voor de Herstelling.
De vergadering maakt deel uit van het visioen van de Heiligen aangaande
de komst van Christus' duizendjarig koninkrijk en de hernieuwing van de
aarde (Tiende Artikel des Geloofs). Aldus,
vooruitblikkend op de vergadering, gaven de heiligen uitdrukking aan hun
geloof dat God werkzaam was om de beloften in de schriften in vervulling
te doen gaan.
De belofte van de vergadering is er een van terugkeer voor de bannelingen
(LV 101:13-14). Het is een belofte die hoop
verschaft aan allen die hebben geleden, zich misplaatst voelen, of zich
vervreemd voelen van hun familie of geloofsgemeenschap. De vergadering
duidt ook op Gods onophoudelijk pogen om alle dingen in de hemel en op
aarde met elkaar te verzoenen en eenwording onder alle schepselen tot
stand te brengen d.m.v. éénwording met God (LV 27:13).
Zoals een hen haar kiekens bijeenvergadert of zoals een herder zijn kudde
bijeenverzameld, zo wil Christus allen bijeenvergaderen die tot hem willen
komen (LV 29:1-2; 1 Nephi 22:25).
Vergaderd worden wil zeggen tot Gods volk gerekend worden door een verbondsrelatie
met hem (LV 42:9). Als verbondsvolk werden
we opgedragen: "Gaat uit van Babylon" en daartoe culturele waarden
en praktijken te verwerpen die onverenigbaar zijn met het evangelie van
liefde (LV 133:7, 14). Als bijeenvergaderde
gemeenschap zijn we dan ook een rijk geschakeerde gemeenschap; mensen
die vanuit verschillende achtergronden in vrede hebben leren leven (LV
45:69). Heiligen der Laatste Dagen worden niet langer letterlijk
vergaderd in de zin van een migratie naar een bepaalde plek. Desalniettemin
dragen we nog steeds de verantwoording om aan het doel van de letterlijke
vergadering te beantwoorden: het opbouwen van Zion, waar we ons ook mogen
bevinden.
Joseph F. Smith: This
is the dispensation of the fulness of time in which all things are
to be accomplished; in which God has set forth His hand to gather
His people, to consummate His purposes in the earth, and to fulfil
the predictions of the prophets concerning His designs in the earth.
|
Collected Discourses
(Burbank, CA and Woodland Hills, UT: B.H.S. Publishing, 1987-1992)
|
B. H. Roberts: The
time has come for the restoration of the gospel; for the reestablishment
of his church; for the ushering in of the dispensation of the fullness
of times in which he has promised to gather together in one all
things in Christ, "both which are in heaven, and which are
on earth." A reign of peace, a reign of righteousness is about
to be inaugurated—the Millennium which the scriptures promised—long
looked for by earth's troubled children— despaired of—given
up—is about to be realized! |
New Witnesses for God.
(Salt Lake City: Deseret News, 1909), 1:219-220 |
Heber J. Grant, J. Reuben Clark,
and David O. McKay: We say unto you that in the darkest
hours of these days of dread, tumult, and woe, the Lord is near
to us, that He mourns over the iniquities and the sorrows of His
children, that He would lead us into paths of peace if we would
but follow Him. . . . He stands today ready as always to gather
us in, even as a hen gathereth her chickens under her wings . .
.
|
Messages of the First
Presidency of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints
(Salt Lake City: Bookcraft, 1965-75), 6:171 |
Bruce R. McConkie:
Many things have already been restored, and many things are yet
to be restored. Israel has been gathered in part, but in many respects
the greatest part of the gathering of Israel is ahead. The foundations
of Zion have been laid, but the promised City of Holiness has yet
to be built. We have done some of the things destined to be accomplished
in this dispensation; we are now engaged in doing the very things
reserved for our time; and there are many things ahead to be done
by our children and grandchildren and by all those who shall build
on the foundation we are now laying. |
“Come: Let Israel
Build Zion,” Ensign, May 1977, 115 |
|
|
|