|
|
|
Alhoewel de uitdrukking tegen het eind van de 20e eeuw in ongebruik raakte,
kennen Heiligen der Laatste Dagen een lange traditie van het benadrukken
van "de vrije wil", ofwel de gedachte dat God ons wijsheid leert,
maar ieder van ons voor zichzelf laat kiezen (LV
37:4). Het relaas over de vergadering in de hemel (Mozes
4:1-3) maakt duidelijk dat God onze vrijheid om te leven zoals
we willen als onschendbaar beschouwd. Zonder dat men er erg in heeft weerklinken
Lucifer's bezwaren tegen tegen een vrije wil ook hedentendage in de bezwaren
van moralisten die bang zijn dat vrijheid tot losbandigheid leidt, of
worden deze herhaald door managers die zo efficient mogelijk willen zijn
door onafhankelijkheid of individualiteit in te perken.
We zouden "goedsmoeds" moeten zijn over keuzevrijheid (2
Nephi 10:23) en dit zou ons het zelfvertrouwen moeten geven op
eigen initiatief te handelen (LV 58:26-29).
Toch waarschuwt de vergadering in de hemel ons ook voor het gevaar van
de wilsbeschikking. We moeten niet verwachten dat we worden beschermd
tegen de gevolgen van onze eigen keuzes, of van die van anderen. De mens
kan lijden veroorzaken t.o.v. mensen, gezinnen, naties, of het milieu;
en we zullen oogsten wat we zaaien, hetzij goed of kwaad (Galaten
6:7; LV 6:33).
Door de geschiedenis heen hebben Heiligen der Laatste Dagen schendingen
van keuzevrijheid binnen de kerk minder snel als zodanig herkend dan dat
ze protesteerden tegen aantastingen van onze vrijheid van buitenaf. Als
we er van uitgaan dat democratie en grondwettelijke rechten maatschappelijke
vrijheid garanderen, dan is het niet duidelijk waarom soortgelijke structuren
binnen de kerk niet een dergelijk wenselijk effect zouden kunnen hebben
als het gaat over het voortdurende gevaar van dwangmatige of onrechtvaardige
heerschappij (LV 121:34-44).
Aanverwante Onderwerpen:
|
Het
Oordeel |
|
|
Know This, That Every
Soul Is Free (Hymns 240) |
Joseph Smith: I teach
them correct principles and let them govern themselves. |
Quoted in LDS Church
News, February 24, 1990 |
Orson F. Whitney:
Force can never win in a controversy involving the conscience or
soul of man. "It may compel the body, but it cannot convince
the mind." Thought is forever unfettered . . . Freedom to believe,
man cannot give; the right to act, where action injures no one,
he cannot in justice, take away. |
Life of Heber C. Kimball
(Salt Lake City: Junvenile Instructor Office, 1888), 133-134 |
John A. Widtsoe: Since
the law of free agency is ever uppermost in the plan of salvation,
the Lord who gave the law must respect it, even though He weep at
the errors of His children. It would be a violation of His own plan,
should He step in. . . . Mankind, however sorrowful the condition,
must fight its own battles, and win its own victories. |
Evidences and Reconciliations
(Salt Lake City: Bookcraft, 1960), 217 |
Richard L. Evans: In
the use of our free agency we have made a few and more than a few
mistakes. Some of them are costly, and we shouldn't repeat them, and
we should avoid making them in the first place, if possible. But the
contrary plan was the plan of Lucifer, the plan whereby [we] would
not have been permitted to have freedom to make mistakes. |
Conference Report,
April 1950, 104 |
Henry D. Moyle: God
is dependent in large measure upon his children in the exercise
of their own free agency to carry out his will and to accomplish
his purposes upon the earth.
|
Conference Report,
April 1962, 101 |
Howard W. Hunter:
God's chief way of acting is by persuasion and patience and long-suffering,
not by coercion and stark confrontation. He acts by gentle solicitation
and by sweet enticement. He always acts with unfailing respect for
the freedom and independence that we possess.
|
That We Might Have Joy
(Salt Lake City: Deseret Book, 1994), 78 |
|
|
|