|
|
|
Volgens Joseph Smith maakt seksualiteit een essentieel deel uit van de
geestelijke natuur. Onze Hemelse Ouders zijn seksuele wezens en seksuele
relaties zijn geintegreerd in Joseph Smith's visie op de Verhoging (LV
132:19-20). Lichamelijke voortplanting is één van de manieren waarop
menselijke wezens samen met de Goden aan de schepping deelnemen. Ook los
van de voortplanting kan seksualiteit een bron van vreugde en troost zijn,
een geheiligde manier om liefde tussen partners tot uitdrukking te brengen,
zelfs een mate waarin we éénwording met het goddelijke kunnen ervaren.
Zoals andere gaven van God; talenten, tijd, geld, voeding, kunnen we
ook onze seksualiteit gebruiken voor profane of eerzame doeleinden. Onze
geloofstraditie leert dat de seksualiteit haar meest geheiligde uitdrukkingsvorm
vindt in een verbintenis tussen twee mensen die, door de Geest aaneengesmeed,
een eeuwig samenzijn verlangen. Door zo'n verbintenis is seks voor de
partners een manier om zich in Christelijke onbaatzuchtigheid te oefenen,
en een mate van intimiteit te ontwikkelen die hen één doen zijn in hun
samenzijn (Abraham 5:14-18).
Op basis van de Leer en Verbonden, Afdeling 132, beschouwen Heiligen
der Laatste Dagen heteroseksuele verhoudingen als noodzakelijk, teneinde
ten volle aan de goddelijke natuur deel te kunnen nemen; vandaar de oppositie
van de HLD kerk tegen homoseksuele relaties. Anderzijds suggereerde Joseph
Smith echter dat verscheidene samenlevingsvormen voorbij dit leven zullen
blijven bestaan en dat deze dan met eeuwige heerlijkheid gepaard zullen
gaan (LV 130:2). Deze lering schept de mogelijkheid
dat homoseksuele en lesbische verbintenissen mogelijkerwijs als geheiligd
zouden kunnen worden erkend op basis van dezelfde beginselen als bij heteroseksuele
verbintenissen het geval is.
Aanverwante Onderwerpen:
|
Eeuwige
Gezinnen |
|
|
It isn't good to
be alone, it isn't good.
So when you find someone to love, you really should
join hands and be together.
Carol
Lynn Pearson, My Turn on Earth (1977) |
|
Parley P. Pratt: The
object of the union of the sexes is the propagation of their species,
or procreation; also for mutual affection, and the cultivation of
those eternal principles of never ending charity and benevolence,
which are inspired by the Eternal Spirit; also for mutual comfort
and assistance in this world of toil and sorrow. |
Key to the Science of
Theology (Salt Lake City: Deseret News,1883), 151 |
Val D. MacMurray: The
sexually well person would feel gratitude towards her own body for
its ability to respond to pleasure. . . . She does not deny it, or
ignore it. On the contrary, she pays proper attention to it, and welcomes
appropriate opportunities to understand its possibilities and potentialities. |
"Sexual and Emotional
Intimacy: A Need to Emphasize Principles,"
Journal of Association of Mormon Counselors and Psychotherapists
8, no. 1 (January 1982), 18-19 |
Marion D. Hanks: Married
people are sweethearts, in a special creative union, blessed with
that powerful chemistry that draws two together, sometimes from
next door, sometimes from a world away. This divinely designed power
must be sustained by other qualities—by respect and loyalty
and integrity—to be what it is meant to be. To be able to
give oneself fully with confidence and trust, and to fully receive
the other joyfully and gratefully—this is a blessing that
grows in meaning year by year and forever.
|
“Eternal Marriage,”
Ensign, Nov 1984, 35 |
Eugene England: Sexual
relationships can operate only on the principles of righteousness,
that is, "without compulsory means" but rather "by
long-suffering, by gentleness and meekness, and by love unfeigned."
. . . When we make love we are already expressing incredible courage—the
courage to enter the valley of the shadow of death and of failure
and of rejection. I believe our Heavenly Parents have the same kind
of courage when, in whatever is Their equivalent of making love,
They begin a universe.
|
"Becoming Bone of Bone,"
As Women of Faith (Salt Lake City: Deseret Book, 1989), 114,
119 |
Jeffrey R. Holland:
Sexual intimacy is . . . symbolic of a union between mortals and
Deity, between otherwise ordinary and fallible humans uniting for
a rare and special moment with God himself and all the powers by
which He gives life in this wide universe of ours. In this latter
sense, human intimacy is a sacrament. |
"Of Souls, Symbols,
and Sacraments," Morality (Salt Lake City: Bookcraft,
1992), 162 |
|
|
|