|
|
|
Heiligen der Laatste Dagen stellen zich de hemel als een woning voor,
alwaar onze Hemelse Ouders wonen; een voortzetting van de woning die we
op aarde bouwden. Verzegelingsverordeningen dragen de belofte met zich
dat we na de dood met familieleden herenigd kunnen worden, en dat is een
aansporing voor ons om nu al aan relaties te werken die we in de eeuwigheid
willen voortzetten. Ons geloof in het belang van een krachtig gezinsleven
zou ons moeten motiveren om weerstand te bieden aan krachten die het gezin
ondermijnen, zoals armoede of huiselijk geweld.
Soms hebben we in de kerk de neiging om het eeuwig gezin in engere zin
te verbinden aan het eeuwig huwelijk en een nakomelingenschap van geesteskinderen
(LV 132:19-20). Echter, onze geloofstraditie
biedt ons ook de bredere visie van "eeuwige familie" als een
allesomvattende aaneenschakeling van echtegenotes en echtgenoten, ouders,
kinderen, broers en zussen, grootouders, allen aaneengesmeed tot een ketting
die ons verbindt met onze verre voorouders, allen samenwerkend om een
goddelijk werk in werelden zonder einde tot stand te brengen. Dit is een
visie waarin plaats is voor alle familieleden, gehuwd of ongehuwd. Er
is meer dan één pad dat tot eeuwig geluk leidt: Gods genade voorziet in
gaven en in vreugde naar mate de verscheidenheid van iemands persoonlijke
verlangens en omstandigheden (LV 7:8; 46:15-16; Mattheus
7:9-11). Wanneer we dat beginsel uit het oog verliezen kan de leer
van het eeuwig gezin tot verontrusting en wroeging leiden i.p.v. tot vertroosting
en onbevangen, optimistische liefde.
Een waarschuwing is op z'n plaats om ons verbinden aan bepaalde "politiek
t.b.v. het gezin". De anti-polygamie vervolging waaraan de Heiligen
blootstonden moge aantonen dat allerlei campagnes die huwelijk en gezin
in het vaandel voeren, in feite onderdrukkend kunnen zijn. Jezus deed
"harde" uitspraken over het gezin (Mattheus
10:35; Marcus 3:31-34; Lucas 14:26), waardoor we ons zouden moeten
afvragen in hoeverre evangeliewaarden hetzelfde zijn als gezinswaarden.
Home Can Be a Heaven
on Earth (Hymns 298) |
Donna Zell Willis: I
believe in a continuation of the family ties throughout eternity.
I want to weld those ties so firmly here that they will endure forever. |
"My Ideal Latter-day Saint
Home," Improvement Era, August 1946 |
David O. McKay: It
is possible to make home a bit of heaven; indeed, I picture heaven
to be a continuation of the ideal home.
|
Man May Know for Himself
(Salt Lake City: Deseret Book, 1967), 233 |
Ardeth Greene Kapp:
The joy of the journey comes through our relationships, feelings
for each other that, like divine echoes of times past, stir within
us a quiet anticipation of the continuation of this same sociality
eternally.
|
My Neighbor, My Sister,
My Friend (Salt Lake City, Deseret Book, 1990), xi-xii |
Chieko N. Okazaki: There
is great diversity in LDS homes, but all of these homes can be righteous
homes in which individuals love each other, love the Lord, and strengthen
each other.
. . . [T]here's not one right way to be a quilt as long as the pieces
are stitched together firmly. . . .
Through the years, the circumstances of my life have changed. I
was a single woman, then a wife married to a nonmember, then a partner
in a temple sealing, a mother, a mother-in-law and grandmother,
and now a widow. I have known the Savior's love in all of these
circumstances. . . . I have felt the
Savior's presence and power in my home. . . .
I testify that the Savior extends to us all the same mercy, the
same power to find healing, and the same perfect love. He has assured
us that it is his work and glory to bring to pass our immortality
and eternal life. What joy it gives us to contemplate eternal life
with our families as part of the great family of God. What warmth
and what beauty come from every well-made quilt, even crazy quilts. |
Aloha! (Salt Lake
City: Deseret Book, 1995), 4-5, 14 |
James E. Faust: We
are all part of a family—either a natural family or a ward
or branch family.
|
“A Vision of What
We Can Be,” Ensign, March 1996, 10 |
|
|
|